april 22, 2018 admin

Zoals jullie van mij weten is hardlopen niet het enige in mijn leven. Er is nog een andere passie, de passie voor de natuur. Ik vond het daarom erg jammer dat de maand april stond gepland als de trainingsmaand in het buitenland. Niet alleen de natuur ontwaakt in deze maand, maar ook de mensen. Tegenwoordig staat de mensheid ver van de natuur af helaas, gelukkig is er in de aprilmaand te zien, dat ook wij deel uit maken van deze bijzondere gebeurtenis. Een maand om te genieten, een maand om eigenlijk niets van te missen.

De situatie bij aankomst in Albuquerque was heel anders. Het is een droge stad, een dorre stad. Wij (in totaal 4 atleten) zijn gevestigd op de High Desert. Met de informatie dat het hier vanaf september al niet had geregend, wist ik genoeg. De lente kan ik pas ruiken als ik weer thuis ben. Nu, 2,5 week verder, blijkt dat het ook hier bruist van het leven.

In de eerste dagen kwam de kleur groen alleen van de naaldbomen die op de stijlen bergwand zijn vastgeklampt in de stenen en die stenen zijn een fenomeen. Ik heb nog nooit zoiets gezien. De berg veranderd van kleur in de loop van de dag. In de ochtend is die voornamelijk geel door het opgewaaide zand. De kabelbaan die de berg opklimt (de langste van de wereld) kan je alleen zien tussen 12 en 1 uur, daarna verdwijnt die in het groen wat oplicht. Het groen van de bomen, elke minuut lijken er meer bomen en struiken te voorschijn komen. In de loop van de dag trekt de wind aan, het rood gelige zand hangt als een waas voor de berg. Rond een uur of 5 is de gehele berg vuur rood, een schouwspel. Het rood wordt steeds donkerder totdat de stijlen wand zwart kleurt. Na drie dagen dacht ik het hele kleurenpalet gezien te hebben, maar we zitten in de bergen. Vorige week donderdag was tot dan toe de warmste dag van de trainingsstage. De vrijdag daarop zakte de temperatuur naar maximaal 9 graden en in de nacht werd het slecht -2 graden. Je raad het al, de berg is wit. Helaas geen foto van gemaakt, maar het was een indrukwekkend aanzicht. Mijn uitzicht voor bijna vier weken en ik zal er vier weken met verbazing naar kijken.

Voor zover mijn eerste ervaring van de natuur in Albuquerque. Gelukkig trad na de eerste week ook hier de lente in. Ik had nooit verwacht dat alle kale bomen langs de weg in bloei zouden komen. De ene knal roze de ander maagdelijk wit. De natuur ontwaakt en dus ook de mensen, langs de weg worden viooltjes gepland wat elk uur goed wordt bewaterd. Het dorre landschap veranderd elke dag en omdat we niet constant op dezelfde locatie trainen is het elke duurloop een feest om het nieuwe groen, geel, rood, roze of welke kleur dan ook te zien.

De kleuren zorgen ervoor dat ook het dierlijk leven ontwaakt. Op de trails die we belopen komen we van alles tegen. Mijn eerste ervaring met een koyote, een kleine wolfachtige, ongevaarlijk, maar toch schrok ik ervan toen hij of zij met ons zo’n 200 meter opliep. Een ander schrikmomentje was toen een slang voor onze voeten overstak. Ik weet nu weer waarom ik hoogspringen vroeger zo leuk vond, de sprongkracht zit er nog steeds in.

De mooie dingen van de natuur kan je niet alleen zien, maar ook zeker horen. Als we ’s ochtends vroeg uit de auto stappen worden we aangemoedigd door een fantastisch fluitconcert. De vogels laten zich horen, de één nog mooier dan de andere. Ik wil mijzelf geen vogelkenner noemen, maar ik zie hier soorten die ik thuis nog nooit gezien heb. De kleurencombinaties van kop tot staart zijn op z’n minst bijzonder te noemen. Mijn geluksmomentje gebeurde in onze eigen achtertuin. Voor het eerst in mijn leven zag ik een kolibrie in het wild. Klein, zeer beweeglijk, een zwarte kop en een vleugelslag zo snel dat je het eigenlijk niet kan zien.

Er is nog een week te gaan in Albuquerque en dan is de stage alweer voorbij. Bij thuiskomst maar eens een kleine impressie geven hoe de trainingen zijn verlopen. Ik kan in ieder geval melden dat ik in vorm begin te raken.

Zonnige en fleurige groet uit Albuquerque.